Perfecte kanaalmontage
De prestaties van het luchtafvoersysteem hangen beslist af van de juiste installatie van de juiste componenten. Met onze tips zorgt u voor de juiste werking en perfecte prestatie en voor de tevredenheid van uw klanten.
Monteer leidingen zo kort mogelijk
Elke extra meter leiding en elk bochtstuk verhogen de werveling en zorgen voor drukverliezen.

Het juiste materiaal met optimale afmetingen
Luchtkanalen met gladde wand bieden de stromende lucht de geringste weerstand. Kunststof of metaal-met COMPAIR® van Naber zit u altijd goed. Vermijd kleinere diameters en te nauwe radiussen van bochtstukken.

De juiste montagehoogte
Maatgevend: richtlijnen van de fabrikant van de kappen. Verticale hoofdvrije kappen kunnen lager geïnstalleerd worden dan wand- en eilandkappen. Kookt u met gas, bedraagt de voorgeschreven min. afstand tot de kookplaat 65 cm. Inductiekookplaten ontwikkelen minder hitte. Om de opstijgende wasem toch goed te detecteren, moet de kap de kookplaat links en rechts bedekken.

Niveauverschil naar buiten
Horizontaal tot in de open lucht leidende kanalen moeten een niveauverschil van 2% tot de wanduitlaat hebben om condenswater af te voeren. Per meter is dat 2 centimeter.

Stuiken afplakken
Naber COMPAIR® kunststof kanalen zijn nagenoeg luchtdicht. Opdat dat bv. bij een stuikverbinding ook zo blijft, is het afplakken met geschikte plakband aan te bevelen. De Naber metalen COMPAIR STEEL flow® kanalen voldoen ook zonder aan de hoge, door de luchtdichtheidsklasse C conform DIN EN 12237 gestelde eisen.

Geluidsontkoppeling
Om een overdracht van contactgeluid te vermijden, moet de luchtkanaalinstallatie op een geschikte geluidsontkoppeling gelegd worden, bv. een vilt-of schuimstofvlies. (De afdichtingen van de metalen Naber COMPAIR STEEL flow® kanalen bieden deze geluidsontkoppeling reeds.)

Condenswaterafscheider
Loopt het luchtafvoerleidingwerk verticaal door onverwarmde zones in het huis, bv. door een onverwarmde dakruimte, is een condenswaterafscheider verticaal en zo dicht mogelijk aan de overgang in deze zone in te bouwen om teruglopend condenswater te vermijden.
